De film ‘Corsage’ neemt een even duistere als kunstzinnige blik in het leven van een keizerin Elisabeth -’Sisi’- van Oostenrijk. Wie een kostuumdrama verwacht waarin de rococo-eske pracht en praal van het Habsburgse rijk zich sierlijk krult rondom een Assepoesterig levensverhaal, komt echter flink bedrogen uit. De blozend jonge en mooie Sisi in de gloriedagen van de Habsburgse dubbelmonarchie zoals we kennen uit de Romy-Schneider-trilogie, is in deze film veranderd in een verwelkende bloem. De Oostenrijkse regisseur-scenarist Marie Kreutzer pleegt met deze film een 115-minuten durende moord op het icoon, en heeft als medeplichtige de majestueuze, hypersensitieve Sisi-vertolking van de Luxemburgse actrice Vicky Krieps. En dat is knap, want om een icoon te kunnen vermoorden, moet wat per definitie dood is (icoon) eerst tot leven worden gewekt. Dat lukt wonderwel, maar niet zonder kille kaalslag van alle romantische ziel en zaligheid die elke Sisi-verfilming doorgaans kleur geeft.
We ontmoeten de keizerin op middelbare leeftijd, daags voor haar veertigste verjaardag, worstelend met haar kwijnende schoonheid en geplaagd door een melancholisch terugverlangen naar het applaus, de erkenning die haar schoonheid en positie ‘ooit’ gebood. Ondergedompeld in bad ondergaat de keizerin in openingsscène haar tijd in stilte terwijl de twee bedienden in toenemende paniek de seconden tellen tot het kinderlijke houd-je-adem-in-spel van de keizerin eindigt. Een icoon in een dode watercocon. Een veelzeggend beeld, vergezeld door een nog veel meer zeggende stilte. Later namelijk, in een van de vele anachronistische passages van de film, zien we Elisabeth vrolijk schreeuwen in een korrelige (te) vroege stomme-filmopname: een levensschreeuw van oorverdovende stilte. Corsage trekt die stilte door in de holte van de voetstappen, in het lege getik van bestek op de borden, het vage geritsel van schurende kleding, gespeend als de film is van achtergrondmuziek. Het thema is duidelijk: Sisi leeft een een korset dat dodelijk beknelt, een keurslijf dat adem en stem stapsgewijs beneemt. De liefdeloze stilte die Sisi’s terugdeinzende schoonheid overlaat, probeert ze vergeefs op te vullen met zaken die ertoe zouden moeten doen: connecties met de relevante anderen en uitspattingen. Sisi’s pogingen om passie opnieuw te doen ontvlammen met haar man Keizer Frans Joseph (Florian Teichtmeister) eindigen met teneergeslagen ogen en diepe verlegenheid. Haar initiatief om een band te creëren met haar dochtertje met een nachtelijk ritje te paard eindigt in de hoge koorts van het meisje dat vervolgens haar moeder niet meer vertrouwt. Een oppervlakkige affaire met een stalmeester wekt de woede op van haar oudste zoon kroonprins Rudolf (Aaron Friesz). Ze schamen zich voor haar wantstaltige gedrag.
Kreuzer wekt een icoon tot leven. Hoe? In ieder geval niet door amechtig de historische werkelijkheid te achterhalen zoals de meest recente miniserie Sisi (2021) placht te doen. Het gaat Kreuzer duidelijk niet om de Elisabeth von Wittelsbach, de historische Sisi. Ze gebruikt niet voor niets kale, door de tand des tijd aangevreten chateau-interieurs als achtergronddecor en niet de bombastische paleizen en buitenverblijven van de Habsburgers, waarvan de meesten nu nog rechtop staan. Anachronismes ontwijkt de regisseur niet. Dat er bij de dansende Sisi tijdens de aftiteling een groen neon exit-bordje in beeld is of dat er grijsplastieken buizen zichtbaar zijn in het gekkenhuis dat ze bezoekt, geven aan dat het daar niet om gaat. Foutjes? Onwaarschijnlijk, hooguit pesterijtjes voor de kostuumdramaliefhebbers of puriteinse recensenten, en meer nog zijn het signalen dat het Kreuzer – nogmaals – te doen is om Sisi een leven te geven dat even imaginair is als het icoon zelf. ‘Sisi’ sloeg immers bruggen tussen hoge en lage adel, platteland en stad, periferie en centrum van macht en is vooral een vinding uit het interbellum, toen men in hoogtijdagen van de monarchie in Elisabeth en Frans Joseph een betere basis vond om de vernederde Republiek Oostenrijk op te funderen, dan de toen voorhanden communistische en liberale ideologieën. Sisi is een imaginair construct. Kreuzer en Krieps zijn meedogenloos voor zowel de historische als de ideologische Sisi: naast de afgetakelde decors gaat de schaar in de lange haardos, fetisj en machtssymbool in de beroemde Winterhaller-portretten. Het acteerwerk van Vicky Krieps brengt de worsteling van de mooie vrouw met de genadeloze tijd intiem in beeld. Als geen ander brengt zij de verwrongen gezichtsuitdrukkingen voor de constant ingezoomde camera de worstelingen en pijn rondom verloren schoonheid, jeugd en grandeur tot uitdrukking. Krieps is de sterfelijke ziel van Kreuzers Sisi-golem.
De golem kan alleen stervend tot leven komen. Als ‘Melancholikerin’ die eerder thuis is bij de waanzinnige vrouwen in het gesticht dan in het hof. Sisi is zichzelf niet meer genoeg, raakt verslaafd aan de heroïne (=anachronisme) en verwelkt. Haar einde komt, niet onverwacht als een bevrijding. Wat na de dood van deze Sisi overblijft is misschien nog tiijdestendiger dan een icoon, een verhaal van een vrouw voorbij haar geïdealiseerde hoogtijdagen. Corsage vertelt in die zin een iconisch verhaal die elke mooie, ouder wordende vrouw maar al te goed kent. Een lang en gelukkig leven is geen enkele schoonheid gegeven. Deze film mag daar een macabere maar schitterende uitzondering op zijn.
Corsage is vanaf donderdag 15 september te zien in de goede bioscopen.