De derde horror-film van regisseur/schrijver Jordan Peele stelt ondanks de hoge verwachtingen – voorgangers Us en vooral het Oscarwinnende Get Out (best original screenplay) zijn juweeltjes binnen het horrorgenre – niet teleur. Vooral de opzet van de verhaallijnen imponeren, naast de vloeiende, veelal humorvolle dialogen en het gevoelige filmwerk. De film creëert zelf echter hoge verwachtingen die het vervolgens niet kan waarmaken. Drie elementen vormen de driehoek waarop de vernuftige aanzet van Peeles vertelling berust: de eerste is het verhaal van de hoofdpersonen en protagonisten, broer en zus Haywood. De Haywoods zijn paardendressuurders wier paarden dienstdoen in de entertainmentindustrie. Ze zijn de nazaten van de beroemde afro-amerikaanse jockey die rijdend op een galopperend paard is vereeuwigd in het eerste bewegende filmpje van de geschiedenis. Meer daarover hier. De ingetogen Otis Haywood junior alias OJ (best supporting role-Oscarwinnaar Daniel Kaluuya) roept na de mysterieuze dood van zijn vader de hulp in van zijn extravagante, praatgrage zusje Emerald, om seniors nagelaten dressuurbedrijf en ranch van de financiële nood te redden. Het acteerwerk en dynamiek van het duo is verfrissend. In dezelfde vallei, in het zicht van de Haywoodranch, bevindt zich het bescheiden wildwest-pretpark ‘Jupiter’s Claim’, opgericht door Ricky ‘Jupe’ Park (Stephen Yuen) en zijn partner. Ricky was als kindacteur met de naam ‘Jupiter’, eind jaren negentig betrokken bij de tv-serie ‘Gordy’s Home’ waarin de chimpansee Gordy de centrale figuur was. Al in de openingsscène zien we een volledig doorgeslagen Gordy die, waargenomen door een angstige Ricky/Jupiter, in een moordlustige bui alles en iedereen op de set kort en klein staat. Boven de vallei van de Haywoodranch en Jupiter’s Claim, zweeft een territoriaal en roofdierachtige gedragende UFO, het derde element van Peeles driehoek. De film draagt het DNA van Steven Spielberg’s Close Encounters of the Third Kind en McTiernans Predator. Het thema dat Peele zo kundig neerlegt, de dresseur van ‘beesten’ ten behoeve van de ogen die geënteraind willen worden met ontelbare haken en ogen in de Amerikaanse ‘rasistische’ cultuur en geschiedenis, had hij binnen de bovengenoemde driehoek fantastisch kunnen uitwerken. Zijn andere fims staan bekend om de stevige doch subtiel gebrachte racisme-kritiek, wat in Nope slechts latent tot uitdrukking wordt gebracht. Geheimzinnig en stemmend tot nadenken bijvoorbeeld zoals de film MEN, of juist feel-good mooi en afgerond zoals Close Encounters. Het lukt Peele helaas niet om de de verhaallijnen goed te verknopen en tot een betekenisvol plot te brengen. Een gemiste kans. De film ontspoort zoals veel horror-films in een groots gevecht, an sich boeiend genoeg, maar laat daarmee na een boodschap uit te spreken die het genre transcendeert en het terrein der filosofie betreedt. De vraagstukken over mens, zijn macht om dieren de temmen voor zijn plezier en het ontembare wat buiten (yonder) zijn bereik blijft, blijven helaas nog ongedresseerd rondmeanderen. Nope is tophorror, dat zeker, waar veel meer was uit te halen als de regisseur meer tijd had genomen om zijn briljante aanzet met finesse te voltooien.